Airbus bereidt een industriële doorbraak voor, waarbij methoden uit de auto-industrie worden gebruikt. Het doel: verbetering van de productiekwaliteit en flexibelere processen voor vliegtuigbouw.
De sector wilde in eerste instantie vooral het productietempo verhogen, maar is nu op zoek naar meer flexibiliteit en efficiëntie. Net als het koolstofvrij maken van de luchtvaart vormen robotisering en digitalisering een grote strategische uitdaging voor de sector. De ambitie is om de ontwikkeltijd van een vliegtuig te verkorten van acht tot ongeveer vijf jaar en de productiekosten te verlagen met meer dan tien procent. De vraag is of het in de toekomst mogelijk is om vliegtuigen op dezelfde manier te assembleren als de productie van auto’s.
Drie pijlers: robots, automatisering en digitalisering
Hoe denkt Airbus deze industriële revolutie tot stand te brengen? In de eerste plaats door het gebruik van robots. Voorlopig heeft Airbus ze, afgezien van enkele initiatieven, vooral ingezet op de assemblagelijn voor de romp van de A321 in Hamburg. Op dit moment is de markt voor robots voor grootschalige luchtvaartassemblages beperkt door de lage volumes. De behoeften van de sector zijn specifiek, gezien de grote afmetingen van de onderdelen, de aard van de materialen, met name composietmaterialen en het hoge kwaliteits- en precisieniveau dat vereist is. Dit betekent dat robots niet meteen in de luchtvaartwereld kunnen worden ingezet, maar Airbus wil hierin verder ontwikkelen.
De tweede pijler van de strategie van Airbus is dat hun toekomstige assemblagelijnen gebaseerd zullen zijn op een nieuw concept in de lucht- en ruimtevaartindustrie: co-design. Een benadering die al in de auto-industrie wordt toegepast. Dat wil zeggen het gelijktijdig ontwerpen van het vliegtuig en het industriële systeem. Hierbij kunnen het product en de processen in real-time worden aangepast, met als doel de behoeften van de klant en de ontwerpkeuzes met betrekking tot veiligheid en milieuvriendelijkheid af te stemmen op wat industrieel mogelijk is.
De derde pijler is gebaseerd op de digitale continuïteit tussen ontwerp en productie. Naarmate het ontwerp en de productie van een vliegtuig vorderen worden in elke nieuwe fase gegevens uitgewisseld. Het kopiëren van data brengt risico’s van fouten en verlies van kwaliteit en efficiëntie met zich mee. Het idee is om alle teams toegang te geven tot één enkele informatiebron en te zorgen voor een rechtstreekse informatiestroom (digitale continuïteit) tussen het ontwerpbureau en de industriële teams. Dit zal tijd besparen, de betrouwbaarheid verhogen en de kwaliteit verbeteren. Daarnaast zal er meer connectiviteit zijn, bijvoorbeeld via tablets en augmented reality-brillen.
Een dergelijk productieproces zal ook beter verenigbaar zijn met de milieu-ambities van Airbus, aangezien er geen groen vliegtuig kan bestaan zonder een groen industrieel systeem. De fabriek van de toekomst zal een aanzienlijke vermindering van de water-, energie- en CO2-uitstoot mogelijk maken.
Bronnen: Usine Nouvelle « Comment Airbus compte produire les avions comme des autos » Usine Nouvelle « Pas d’avion vert sans système industriel vert”, estime Robert Nardini, responsable de l’ingénierie de production d’Airbus »
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.