
Ondanks het feit dat de luchtvaartsector zich in de meest ernstige crisis van zijn geschiedenis bevindt, kan dit een kans zijn om enorme technologische veranderingen sneller uit te voeren. Dit is in ieder geval de uitgesproken ambitie van de Franse regering ter gelegenheid van de presentatie van het herstelplan voor de luchtvaart op 9 juni jl. Naast de noodmaatregelen, zoals de mogelijkheid die aan de klanten van Airbus wordt geboden om hun orders uit te stellen en de verlenging van de werktijdverkortingsmaatregelen om massale ontslagen te voorkomen, is dit plan van 15 miljard euro volgens de minister van Economische Zaken Bruno Le Maire bedoeld om van de Franse luchtvaartsector een wereldleider te maken op het gebied van koolstofneutraal luchtvervoer en de energietransitie.
Het plan berust op drie uitgangspunten: het behoud van banen, de ecologische transitie van bedrijven en de vergroening van de sector met slechts één doel: het produceren van de toekomstige schone vliegtuigen en helikopters in Frankrijk zodat het land wereldleider zal blijven.
Behoud van banen en modernisering van bedrijven
“Als we niet onmiddellijk overheidssteun verlenen, staan binnen zes maanden meer dan 100.000 banen in de luchtvaartsector op de tocht”, aldus minister Le Maire. Het eerste doel van dit plan is dan ook om “deze banen te redden”, zonder gedwongen vertrek. De sector zal met name kunnen blijven profiteren van de overheidsregeling van arbeidstijdverkorting, waarover momenteel met de sociale partners wordt gediscussieerd.
Daarnaast wil de regering de modernisering van kleine, middelgrote en grotere bedrijven in de sector versnellen, door de productieketens te moderniseren en de bedrijven concurrerender te maken (robotisering, digitalisering, etc.). Hiervoor wordt vanaf juli een fonds opgericht met 500 miljoen euro, waardoor het mogelijk wordt om uiteindelijk 1 miljard euro aan financieringscapaciteit te bereiken. Dit fonds wordt gefinancierd door de staat en vier industriële reuzen in de sector: Airbus, Safran, Thalès en Dassault.
Een tweede fonds zal 300 miljoen euro aan subsidies vrijmaken om leveranciers en toeleveranciers in de sector te ondersteunen bij hun transformatie en bij innovatie in hun productenassortiment.
De luchtvaart, een strategische sector voor de Franse economie
De Franse luchtvaartsector is essentieel voor Frankrijk in de mondiale economische concurrentie. Naast de VS is Frankrijk het enige land dat alle competenties en capaciteiten heeft om militaire en civiele vliegtuigen te ontwerpen, te bouwen en te verkopen.
Het is een strategische sector die zich sinds het midden van de 20e eeuw sterk heeft ontwikkeld en die aan de basis ligt van opmerkelijke technologische successen en de oprichting van de Europese fabrikant Airbus, nummer 1 ter wereld voor commerciële vliegtuigen. De sector is goed voor 1.300 bedrijven die over het hele land verdeeld zijn, waarvan er 400 verenigd zijn binnen de branchevereniging GIFAS.
De sector telt zo’n 300.000 directe en indirecte hoog gekwalificeerde arbeidsplaatsen over de hele supply chain met daarin mkb’s en grotere bedrijven rond de grote opdrachtgevers als Airbus, Dassault, Thales en Safran en toeleveranciers van internationale allure.
Ook dynamiseert de sector een grote hoeveelheid kennispartijen, universiteiten en onderzoekslaboratoria, investeert jaarlijks zwaar in R&D en vraagt jaarlijks vele octrooien aan.
De sanitaire crisis heeft ervoor gezorgd dat de hele sector in korte tijd ernstig is getroffen. De IATA (International Air Transport Association) schat in dat omzet van de luchtvaartmaatschappijen met 55% zal dalen ten opzicht van de verwachtingen uit 2019. Door het cascade-effect wordt de luchtvaartindustrie in de hele wereld geraakt.
Hoewel er geen twijfel over bestaat dat het vliegtuig als vervoermiddel zal blijven bestaan, zullen de gevolgen van de gezondheidscrisis voor het economisch evenwicht van de luchtvaartmaatschappijen, althans voor enige tijd, hun capaciteit om in nieuwe vliegtuigen te investeren, verminderen. De crisis zou ook kunnen leiden tot gedragsveranderingen en tot situaties waarin passagiers ook naar andere transportmiddelen gaan kijken of afzien van hun reis. In deze context zal de luchtvaartindustrie een aanzienlijke daling van de activiteiten (in de orde van -40%) doormaken, ten minste tot eind 2020, en hoogstwaarschijnlijk ook gedurende het hele jaar 2021. Het is belangrijk dat de competenties en knowhow zo goed mogelijk behouden blijven om het herstel voor te bereiden maar ook de inspanningen voort te zetten om de concurrentiekracht van de Franse supply chain te verbeteren en te werken aan de vliegtuigen van de toekomst die steeds milieuvriendelijker zijn, teneinde de ambitieuze CO2-reductiedoelen te behalen.
De sector maakt gebruik van de eerste urgentiemaatregelen die de Franse regering genomen heeft en zal daarvan blijven profiteren om de werkgelegenheid en de competenties te besparen. De sector maakt vooralsnog gebruik van de algemene maatregelen zoals de leningen met staatsgarantie en de tijdelijke werkeloosheidsmaatregel. Half mei was er al 1,5 miljard euro aan leningen met garantie door de staat aan de lucht- en ruimtevaartsector toegekend. Verder hebben binnen de transportsector, waar de luchtvaartsector onder valt, met uitzonding van de auto-industrie, 651 industriebedrijven akkoord gevraagd voor de tijdelijke werkeloosheidsmaatregel, voor een totaal van zo’n 110.000 werknemers.
De enorme vermindering van het luchtverkeer en de daarmee gepaard gaande moeilijkheden bij de luchtvaartmaatschappijen hebben echter een directe impact op de vraag naar nieuwe vliegtuigen en vliegtuigonderdelen. De luchtvaartindustrie is een sector van lange trajecten. Door de nog aanwezige voorraden, zal de herstart van de productie nog langer op zich laten wachten.
De sector is in overleg met de Franse staat om een nieuwe regeling te treffen voor langdurig deeltijdwerk teneinde arbeidsplaatsen te redden, dit via een co-financieringssysteem met de staat. Deze regeling moet al in juli in werking treden. Ook zal het mogelijk zijn dat personeel van het ene bedrijf een ander bedrijf dat grote behoefte aan mankracht heeft, tijdelijk gaat versterken. Dit betekent dat hoog gekwalificeerde werknemers van een grote speler bij een toeleverende mkb-onderneming gaan werken om hun kennis en knowhow tijdelijk te delen.
Een andere zorg is dat veel toeleveranciers met grote voorraden zitten die zwaar wegen op hun cashflow. Een werkgroep bekijkt hoe deze last beter verdeeld kan worden tussen de verschillende spelers.
Ten slotte zal in elke regio een actief monitoringsysteem worden opgezet, met een monitoringsgroep bestaande uit de overheidsdiensten, de regio en de sector en die verantwoordelijk is voor het identificeren van noodlijdende bedrijven in de sector.
Ondersteuning van de vraag: op weg naar een groenere vliegtuigvloot
Vanwege de bijna volledige stopzetting van hun inkomsten bevinden de luchtvaartmaatschappijen zich in een zeer moeilijke situatie, die voor velen van hen een hernieuwde steun van hun nationale autoriteiten of aandeelhouders vereist. In deze context proberen luchtvaartmaatschappijen opnieuw te onderhandelen over hun commerciële verbintenissen met de vliegtuigfabrikanten. Er wordt gekozen voor uitstel van vliegtuigleveringen, en in sommige gevallen voor annulering van orders. Deze vertraging van de vraag, op mondiaal niveau, heeft vanzelfsprekend een invloed op de hele productieketen.
Investeren om in Frankrijk het vliegtuig van de toekomst te ontwerpen en te produceren
Om annuleringen en uitstel van vliegtuigorders te voorkomen, verleent de regering de luchtvaartmaatschappijen een betalingsuitstel van hun exportkrediet met twaalf maanden. De staat zal ook vragen om een versoepeling van de terugbetalingsvoorwaarden voor de aanschaf van nieuwe Airbus-toestellen. Bovendien zullen naar voren gehaalde overheidsopdrachten (leger, civiele veiligheid en gendarmerie) onmiddellijke verlichting brengen voor de hele sector.
De komende drie jaar zal 1,5 miljard euro aan overheidssteun worden geïnvesteerd in onderzoek en innovatie op de lange termijn via de Franse Civil Aeronautics Research Council (CORAC). Hiervoor zal vanaf 2020 300 miljoen euro beschikbaar worden gemaakt. Het is hiermee de bedoeling om van Frankrijk een van de meest geavanceerde landen op het gebied van schone vliegtuigtechnologieën te maken, door zich voor te bereiden op de volgende technologische doorbraak, door te blijven werken aan de vermindering van het brandstofverbruik, door vliegtuigen te elektrificeren en door over te schakelen op koolstofneutrale brandstoffen zoals waterstof.
Deze investering zal het mogelijk maken om de leidende positie van Frankrijk en Europa op het gebied van de luchtvaart op internationaal niveau te versterken, maar ook om het koolstofarm maken van de mondiale vliegtuigvloot te versnellen en zo een leidende rol te kunnen spelen in de strijd tegen de klimaatverandering.
Regelingen voor financiële steun aan de export
- Verhoging van de steun van Bpifrance Assurance Export voor de export in de sector.
- Invoering van een betalingsuitstel van de exportkrediet van luchtvaartmaatschappijen met 12 maanden vanaf maart 2020
- Als tegenprestatie voor het verkrijgen van een betalingsuitstel verbinden de begunstigde maatschappijen zich ertoe om, totdat het uitgestelde deel van het krediet compleet is terugbetaald, geen dividenden of andere bedragen aan hun aandeelhouders uit te keren (met inbegrip van aandeelhoudersleningen), en geen programma’s voor de terugkoop van aandelen uit te voeren. Zo niet dan zijn de maatschappijen verplicht de uitgestelde kredietbedragen onmiddellijk terug te betalen.
- Voorstel om de terugbetalingstermijnen voor de aankoop van nieuwe vliegtuigen tijdelijk te versoepelen.
Het is de bedoeling dat de lidstaten van de Europese Unie hun partners in de luchtvaartovereenkomst van de OESO-regeling een tijdelijke versoepeling voorstellen.
Vervroegde overheidsopdrachten
Daarnaast zullen overheidsopdrachten (leger, civiele veiligheid en gendarmerie) onmiddellijke verlichting brengen voor de hele sector. De Franse overheid is van plan om de aanschaf van vliegtuigen, helikopters en militaire drones versneld uit te voeren.
Het totale bedrag van deze vervroegde overheidsopdrachten zal 832 miljoen euro bedragen.
De steun van de Franse staat aan Air France-KLM
Air France-KLM is een strategische speler voor Frankrijk, die de bereikbaarheid van zijn grondgebied, de toegang van Frankrijk tot de wereld, zijn onafhankelijkheid en zijn voorzieningszekerheid garandeert. Het is ook een strategisch bedrijf, met een aanzienlijk gewicht in de Franse economie: meer dan 350.000 directe, indirecte en afgeleide banen in Frankrijk. Elke baan bij Air France betekent 4 indirecte of afgeleide banen in heel Frankrijk, d.w.z. een totale bijdrage aan de Franse economie van 22 miljard euro.
Daarnaast is Air France een belangrijke speler in de luchthaven- en luchtvaartsector. Met een vloot van meer dan 300 vliegtuigen is Air France een van de belangrijkste klanten van Airbus. Door het voortbestaan van de maatschappij, ondanks de enorme impact van de crisis, te waarborgen, kan het haar huidige vliegtuigorders voortzetten en kunnen toekomstige orders worden gehandhaafd. De maatschappij zal de komende jaren inderdaad een belangrijk deel van haar vloot moeten blijven vernieuwen.
In afwachting van belangrijke technologische innovaties in de luchtvaart blijft de vernieuwing van de vloot de belangrijkste hefboom waarover een luchtvaartmaatschappij vandaag de dag beschikt om haar ecologische voetafdruk te verkleinen, dankzij de technische vooruitgang van de meest recent geproduceerde vliegtuigmodellen (zuinigere motoren, lichtere materialen, enz.). Het behoud van de investeringscapaciteit van het bedrijf op dit gebied is dan ook de beste hefboom om een traject van milieusoberheid te verzekeren, een doelstelling die essentieel is voor de naleving van de ecologische verplichtingen van de overheid en de algemene aanvaardbaarheid van de luchtvaart.
Deze stuwende rol die Air France de komende jaren zal spelen in de vraag naar vliegtuigen was een van de belangrijkste redenen voor het besluit van de Franse regering om een steunplan toe te kennen aan Air France waarmee de toekomst van de luchtvaartmaatschappij wordt veiliggesteld. Dankzij deze steun zal Air France haar vloot sneller kunnen vernieuwen, waardoor de Franse luchtvaartindustrie wordt ondersteund en de impact op het milieu wordt beperkt.
De chronologie van het ondersteuningsplan van Air France
- Maart-april 2020: Onderhandelingen geleid door de Agence des participations de l’Etat (APE) met de luchtvaartmaatschappij en de banken over een totaal steunpakket waarmee aan de liquiditeitsbehoeften van Air France voor de komende twaalf maanden kan worden voldaan. Het plan loopt via de holding Air France-KLM, waarin de Franse staat een belang van 14,3% heeft. Het plan maakt deel uit van de tijdelijke staatssteunregeling COVID-19 van de Europese Commissie.
- 24 april 2020: Instemming van de Raad van Bestuur en aankondiging van een totaal steunpakket van 7 miljard euro, bestaande uit een door de Staat gegarandeerde banklening van 4 miljard euro en een voorschot in rekeningcourantkrediet van de Franse Staat als aandeelhouder van 3 miljard.
- 4 mei 2020: Goedkeuring door de Europese Commissie, met een evaluatieclausule (clause de rendez-vous) voor eind 2020, wanneer de groep wordt geherkapitaliseerd.
- 7 mei 2020: Afronding en ondertekening van het ondersteuningsplan.
De door de regering gevraagde tegenprestatie
De regering heeft een zeer uitgebreide lijst van eisen opgesteld waaraan Air France zal moeten voldoen in ruil voor dit buitengewone steunplan.
Deze compensatiemaatregelen zijn met name gericht op:
- het herstel van het concurrentievermogen van de groep door middel van een plan dat de directie van de luchtvaartmaatschappij binnenkort zal presenteren om het economische en financiële voortbestaan van de groep te waarborgen;
- voor wat Air France betreft: invoering van structurele hervormingen voor kostenbeheersing en een verhoging van de productiviteit en afstemming hiervan op de beste internationale normen, met name door middel van onderhandelingen over nieuwe arbeidsovereenkomsten met de vakbonden;
- een vermindering van het aantal binnenlandse vluchten waarvoor een TGV-verbinding van minder dan 2,5u bestaat, met behoud van de overzeese en internationale verbindingen;
- een vermindering van de CO2-uitstoot van interstedelijke vluchten vanaf Orly en van interregionale vluchten tegen eind 2024 met 50% en een vernieuwing van de vloot voor middellange- en langeafstandsvluchten, met name om de ecologische impact ervan te verminderen, en ook door de doelstelling dat in 2025 2% van de kerosine duurzaam moet zijn.
Air France-KLM zal binnenkort met een gedetailleerd plan komen waarin deze compenserende maatregelen zijn verwerkt.

Ondersteuning van het aanbod: investeringen voor verbetering van de concurrentiekracht, digitalisering, verduurzaming en behoud van kennis en competenties
Het is belangrijk dat Frankrijk zijn positie behoudt in de ontwikkeling en productie van een nieuwe generatie vliegtuigen. Een belangrijk deel van dit steunplan wordt daarom gewijd aan R&D voor CO2-arme vliegtuigen, de modernisering van de productie, smart factory, robotisering, digitalisering en ecologische innovatie.
Drie instrumenten gaan de investeringsprojecten ondersteunen:
Investeringsfonds voor de luchtvaartsector voor behoud van concurrentiekracht en knowhow
Actie: het opzetten van een investeringsfonds voor de luchtvaartsector, een steuninstrument met eigen middelen om de kritische knowhow te behouden en de concurrentiekracht van mkb’s en de grotere bedrijven te versterken.
Het is essentieel om de Franse bedrijven die over noodzakelijke kennis, producten en technologieën beschikken voor de toekomst van de Franse luchtvaartsector, te beschermen. De staat en de sector gaan nieuwe financieringsinstrumenten creëren uit eigen middelen om mkb’s en grotere bedrijven te versterken of ze te begeleiden bij een fusie, een overname, een reorganisatie, financiering of herstructurering.
De vier belangrijkste leden van de GIFAS (Airbus, Safran, Dassault Aviation en Thales) hebben voor het eerst toegezegd om gezamenlijk te investeren, samen met de staat, via Bpifrance, in een investeringsfonds voor steun aan noodlijdende bedrijven in de sector.
Die steun is hard nodig om te kunnen investeren in de ecologische transitie zodra het einde van de crisis in zicht is. Het fonds moet al vanaf de zomer 2020 operationeel zijn om zoveel mogelijk risico’s te verkleinen en eventueel meerderheidsdeelnames te nemen.
De staat zal de eerste inlegger zijn via Bpifrance voor 200 miljoen euro, de vier grote opdrachtgevers uit de sector leggen ook bij: Airbus ter hoogte van 116 miljoen euro, Safran 58 miljoen euro, Dassault 13 miljoen euro, Thales 13 miljoen euro. De fondsbeheerder en andere private en publieke investeerders vullen aan.
Het doel is om uiteindelijk een miljard euro ter beschikking te stellen (schulden en eigen middelen) voor de sector via dit instrument, met een eerste ronde van 500 miljoen euro die al vanaf juli beschikbaar zullen zijn.
Publiek investeringsfonds voor modernisering en verduurzaming van de luchtvaartsector
Actie: het opzetten van een publiek fonds voor advisering bij de diversificatie, de modernisering en de omslag naar duurzamere procedés.
Evenals dat bij de automobielsector het geval is, komt er een nieuw instrument om de diversificatie, de modernisering van de productiemiddelen et de ecologische transitie van de luchtvaartsector te versnellen. Zo kunnen de bedrijven slagkrachtiger worden. Ook zullen ze door consultants begeleid worden naar een smart factory (robotisering, digitalisering, etc). Via directe subsidies om investerings-, onderzoeks-, en moderniseringsprojecten te begeleiden.
Voorts zal in lijn met het programma ‘Industrie van de toekomst’ dat de GIFAS gelanceerd heeft, samen met de staat en de regio’s, de digitale hervorming van het bedrijvennetwerk voortgezet en geïntensifieerd worden teneinde de industriële prestaties te optimaliseren.
De grote opdrachtgevers werken meer samen voor een betere coördinatie van de standaarden voor de bedrijven en zullen indien nodig, hun knowhow en de door hen ontwikkelde middelen in het kader van hun smart factory-programma ter beschikking stellen aan hun toeleveranciers.
Deze gepersonaliseerde begeleidingstrajecten komen in aanmerking voor investeringen die ondersteund worden in het kader van steun aan de modernisering. Daarbij kan het gaan om innovatieve en gerobotiseerde productielijnen of ook bedrijven die plannen hebben voor innovatie via nieuwe activiteiten. Een voorbeeld daarvan zijn de bedrijven die producten zijn gaan maken voor de energie- of de gezondheidssector, zoals beademingsapparaten.
Financiering door de staat: 300 miljoen euro over drie jaar.
Intensivering van de R&D-inspanningen
Actie: de R&D-inspanningen intensiveren om van Frankrijk een van de meest geavanceerde landen op het gebied van duurzame vliegtuigtechnologie te maken.
De huidige crisis gaat de capaciteiten van de luchtvaartindustrie om op R&D in te zetten langdurig en op ongekende wijze beïnvloeden.
De sector heeft momenteel zo’n 35.000 mensen in de R&D werkzaam. Bijna een derde van deze banen zijn onzeker geworden door een verlies aan financieringscapaciteit.
De belangrijkste ambitie van dit plan is om de milieudoorbraak van de luchtvaart voor te bereiden, door tegelijkertijd het overgrote deel van de componenten in de sector aan te passen aan nieuwe producten, teneinde binnen tien jaar doorbraaktechnologieën in huis te hebben voor de transitie van de sector naar duurzame technologieën en om efficiënter te worden (kostenreductie, algemene versnelling van het ‘rijpen’ van de technologieën, etc.).
Met dit plan kan Frankrijk dus zowel zijn R&D-banen en -competenties in de luchtvaartsector redden als de weg inslaan om technologisch en industrieel leider van de ecologietransitie voor alle categorieën vliegtuigen te worden met een positief effect op de hele sector voor wat betreft CO2-reductie, dankzij de leiderspositie van Airbus en Safran op het gebied van vliegtuigen en motoren.
Dit plan heeft de volgende doelen:
1. De opvolger van de A320, het meest verkocht commerciële vliegtuig ter wereld, voor te bereiden.
Dit via twee aanvullende wegen:
- Superzuinig in energieverbruik (een winst van 30% van het brandstofverbruik en een capaciteit van 100% biobrandstoffen) en
- Overstap naar het waterstofvliegtuig, een nul emissie vliegtuig dus.
Dit toestel zou in 2033-2035 de lucht in kunnen. Met een eerste demomodel tussen 2026 en 2028. Het zal de mondiale milieustandaarden zetten voor lijnvliegtuigen.
2. Een nieuw ultrazuinig, hybride elektrisch vliegtuig op waterstof, voor regionale vluchten, voor 2030.
3. Een opvolger voor de Ecureuil, de lichte helikopter, bestseller van Airbus Helicopters, ultrazuinig, 40% minder brandstofverbruik, hybride, elektrisch en in een later stadium op waterstof (met een demomodel in 2029).
4. Nieuwe zakenvliegtuigen, die op 100% biobrandstoffen vliegen en op langere termijn minstens gedeeltelijk op waterstof, hybride vliegtuigen en hoogwaardige drones (demo in 2030)
5. Optimalisering van lucht- en luchthavenoperations (vluchtroutes en ATM) volgens nieuwe milieucriteria (minstens 5% winst). Voor 2025 uit te rollen.
Roadmap
De roadmap van de Franse staat is opgesteld met de Franse industriële partners, via een PPS-mechanisme rond een twintigtal thema’s die alle competentiedomeinen van de nationale sector dekken.
De versnelling van de R&D-uitgaven zullen ten goede komen aan het hele land:
- de belangrijkste onderdelen van de Airbus toestellen worden in Frankrijk gemaakt (de neus / Hauts de France, de romp / Pays de la Loire, voortstuwing / Ile de France en Nouvelle Aquitaine, cockpit / Occitanie et Nouvelle-Aquitaine, elektrische systemen / Ile de-France en Occitanie, vluchtcontrole / Occitanie, globale architectuur en integratie / Occitanie);
- evenals de regionale vliegtuigen (Occitanie), de toerisme- en zakenvliegtuigen (Occitanie, Ile de-France en Nouvelle-Aquitaine), de lichte helicopters (Provence-Alpes-Côte d’Azur en Ile de-France), luchtoperaties;
- doorbraakthema’s als koolstofarme energie en hoogwaardige drones.
Ieder thema komt binnen 10 jaar met een demonstratiemodel op ware grootte.
Alle regionale ecosystemen, en met name het mkb, worden betrokken. Dit principe van brede verbanden werd al eerder gebruikt in het kader van de demonstratieprojecten van het Programme d’Investissement d’Avenir (2010-2016), waardoor meer dan 250 mkb- ondernemingen hebben kunnen samenwerken en een voorsprong hebben kunnen nemen om geselecteerd te worden door de grote opdrachtgevers in partnerprogramma’s (A320neo, A350, LEAP motor, H160).
Voor 2020, teneinde de R&D-intensiteit te behouden en te versterken, wordt de publieke bijdrage meer dan verdubbeld. In totaal wordt 300 miljoen euro gereserveerd om bij te dragen aan het herstel en de versnelling van het koolstofarmer maken van de sector. Dit bedrag wordt nog eens verdubbeld naar 600 miljoen euro in 2021 en 2022, door gedeeltelijke gebruikmaking van het Europese herstelplan (200 miljoen euro per jaar).
Daarbij worden de steunmaatregelen voor de luchtvaartsector in het kader van het Programme d’investissements d’avenir (PIA) op het gebied van waterstofvoortstuwing verhoogd met 50 miljoen euro, en met 85 miljoen euro via de nieuwe financieringsmiddelen die aan de Instituts de recherche technologique (IRT) zijn toegekend, en die voor PPS research en technologie op het gebied van luchtvaart bestemd zijn.
Totale publieke financiering voor R&D: 1,5 miljard euro over de drie komende jaren.
Voorbeelden van projecten van duurzame vliegtuigen die nog in 2020 ondersteund zullen worden
De 300 miljoen euro voor 2020 financieren de voorbereidende studies voor de groene vliegtuigen op meerdere gebieden:
Vliegen op waterstof
Het HYPERION project
De risico’s identificeren en voorheen evalueren van een motor op waterstof en van het bijbehorende cryogene toevoercircuit door het samenvoegen van competenties uit de luchtvaart en uit de ruimtevaartsector (Ariane Groep);
Vliegen met een elektrisch hybride motor
De COMPAQ en EPROPTECH projecten
Werken aan ingebouwde elektrische netwerken die stroom met een orde van grootte van een MW kunnen transporteren.
Het HELYBRID project
Een demonstratieproject met elektrische hybride motor voor de aandrijving van een helicopter.
Toekomstige ultraschone motor
5 projecten voor 2020 hebben betrekking op de fan module van de toekomstige motor, nog efficiënter dan de huidige zeer goed presterende LEAP motor. Men werkt aan een extreme compactheid en lichtgewicht van de motor, door een innovatieve architectuur en door geavanceerde materialen.
Optimalisatie van de vorm
Het MAJESTIC project
Dit project buigt zich over het ontwerp van sterk verlengde vleugels met optimale massa, die 5% emissiewinst zou kunnen opleveren, en ook over de systemen en de oppervlaktes die ervoor zorgen dat de controle bewaard wordt, want een vleugel met sterke verlengde vorm, vervormt snel tijdens het vliegen.
Toezeggingen van de luchtvaartindustrie
In ruil voor dit plan van 15 miljard euro worden er toezeggingen van de gehele sector verwacht. “De rode draad van het herstel zal de vergroening van de industrie zijn”, aldus Bruno Le Maire.
De Franse luchtvaartindustrie is historisch gezien een van de best gestructureerde Franse industriële sectoren, met grote opdrachtgevers, leveranciers van onderdelen, toeleveranciers en een groot aantal kleine en middelgrote bedrijven. Gezien de bijzondere omstandigheden die door de coronacrisis zijn ontstaan, en in het kader van het plan dat de regering heeft opgesteld om bedrijven in de sector te ondersteunen, hebben de grote fabrikanten zich ertoe verbonden om samen met hun leveranciers hun relaties te versterken en de solidariteit tussen de bedrijven in de sector te garanderen.
Het doel dat de regering hiermee wil bereiken is om de aanwezige knowhow en vaardigheden in Frankrijk te behouden en tegelijkertijd de ingrijpende veranderingen die voor de ecologische transitie moeten worden doorgevoerd, met succes uit te voeren. Dankzij een gemeenschappelijke strategie die zo ver mogelijk in de keten wordt gedeeld.
Structurele toezeggingen voor de hele sector in Frankrijk
De aangekondigde staatssteun voor de grootste bedrijven moet zorgen voor het stabiliseren van de gehele sector en voor het in stand houden van de langetermijncapaciteit van de sector voor de ontwikkeling van de volgende generatie duurzame vliegtuigen. Deze steun moet het ook mogelijk maken om deze volgende generaties vliegtuigen in Frankrijk te produceren en de hele Franse industrie moet hierin meegenomen worden.
De bedrijven in de sector hebben zich gecommitteerd aan een nieuw handvest met toezeggingen met betrekking tot de relaties tussen opdrachtgevers en toeleveranciers:
- Bij de selectie van leveranciers een benadering hanteren die gebaseerd is op Total Cost of Ownership (TCO), waarbij met name de criteria van logistieke kosten, risico’s, kwaliteit en milieukosten worden geïntegreerd.
- Rekening houden met MVO (maatschappelijk verantwoord ondernemen) en innovatiecriteria.
- Het aanbod van leveranciers die in Frankrijk en in Europa produceren positief beoordelen als het even concurrerend is als een aanbod van een bedrijf dat buiten Frankrijk en Europa is gevestigd in termen van totale kosten.
- Afgezien van specifieke doelen van handelscompensatie, van tevoren geen doelen van lokalisatie buiten Frankrijk geven aan Franse of Europese leveranciers.
- Onderzoek doen naar het terughalen van strategische productie of technologische knowhow voor de Franse en Europese sector.
- Ontwikkelen van meer evenwichtige relaties tussen opdrachtgevers en leveranciers en met name het respecteren van vaste orders.
- Versterken van de inzet van bemiddeling tussen bedrijven.
- Begeleiden van kopers in deze nieuwe vaardigheden.
Voor een analyse en een correcte toepassing van deze toezeggingen, zal de regering met de Business Mediator en de Franse brancheorganisatie voor de lucht- en ruimtevaart (GIFAS) een regelmatige follow-up invoeren op de naleving van het handvest.
Reactie Greenpeace
Het steunplan en de compenserende maatregelen zijn voor Greenpeace Frankrijk onvoldoende. Volgens de ONG blijft de regering zijn kop in het zand steken: een vermindering van het aantal vluchten is absoluut noodzakelijk om de uitstoot van broeikasgassen in de sector te verlagen en een echte ecologische transitie op gang te brengen. Bruno Le Maire heeft echter duidelijk aangegeven dat het doel is om terug te keren naar het vliegverkeer van december 2019 en de groei van de luchtvaart te hervatten. Dit is volgens Greenpeace in totale tegenspraak met de klimaatcrisis. De NGO betreurt de “vage, niet ambitieuze, zelfs ronduit problematische” compenserende maatregelen met betrekking tot het milieu en de miljarden euro’s aan aangekondigde steun voor de luchtvaart- en de automobielsector, maar “nog steeds niets voor het stimuleren van het spoorwegvervoer”.
Bron: Ministère de la transition écologique et solidaire, Actu-environnement
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.