Verlenging financiering voor 56 Franse Pôles de compétitivité

20 pôles op het gebied van duurzame mobiliteit, water, energie, circulaire economie, recycling en duurzame materialen


Inleiding

In 2004 startte Frankrijk een nieuw industriebeleid met als doel de innovatiecapaciteit te vergroten en meer internationale zichtbaarheid te creëren. Deze nieuwe aanpak was gebaseerd op het concept ‘pôles de compétivité’, concurrentieclusters waarbinnen onderzoek, industrie en onderwijs samenwerken en gezamenlijk R&D-projecten kunnen indienen voor financiering. De Nederlandse topsectorenaanpak en de innovatieprogramma’s destijds waren overigens op het Franse model geïnspireerd.

Tussen 2005 en 2007 ontstonden zo 71 pôles, verspreid over Frankrijk en gewijd aan uiteenlopende thema’s. In 2010 kwamen daar nog 6 pôles bij op het gebied van cleantech, terwijl 6 andere pôles hun label verloren. Iedere drie jaar vindt een evaluatie van de pôles plaats. Daar waar in de beginfase het hoofddoel was zoveel mogelijk R&D-projecten te genereren, kwam een paar jaar later de focus te liggen op het vermarkten van de onderzoeksresultaten en in 2019 is het doel meer deelname aan Europese projecten.

Evaluatie 2018

Na een grondige evaluatieronde in 2018 in aanloop naar Fase IV ontvingen 56 van de 71 Franse pôles de compétitivité het felbegeerde groenlicht om door te mogen voor de periode 2019-2022. Van deze 56 pôles zijn er 20 actief op het gebied van duurzame mobiliteit, water, energie, circulaire economie, recycling en duurzame materialen. Deze worden verderop in dit artikel uitgelicht.

Evaluatie voor Fase 4: Europese ambities
Op 27 juli 2018 lanceerde Delphine Gény-Stephann, staatssecretaris van Economie en Financiën, fase 4 van het Franse pôles de compétitivité-project. Deze etappe had als belangrijkste doel om Europese ambities te geven aan de pôles.

Drie doelstellingen formuleerde de Staatssecretaris:

  1. Sterkere ecosystemen genereren met een stevig business model via fusies en partnerships tussen de pôles;
  2. Innovatie binnen de pôles versterken door hen toegang te verlenen tot een unieke pot van 400 miljoen euro in het kader van het Programme d’Investissements d’Avenir (PIA) voor de periode 2019-2020;
  3. De pôles ertoe aanzetten om hun activiteiten op Europees niveau te ontwikkelen, met name in het kader van H2020/Horizon Europe.

De call voor verlenging van de financiering voor de pôles werd in nauwe samenwerking met de regio’s opgesteld. In Frankrijk hebben de regio’s een belangrijke rol waar het gaat om innovatie binnen het MKB.

Uitslag evaluatie

Begin februari 2019 maakte premier Edouard Philippe de uitslag bekend van de evaluatie. In totaal mogen er 56 door. De volgende criteria werden bij de beoordeling gehanteerd, de pôle moet:
– de doelstellingen van Fase III bereikt hebben;
– een motor zijn voor innovatie in het lokale ecosysteem;
– over kritische massa beschikken;
– een goed business model en een stevige governance hebben;
– goede resultaten behalen in R&D-samenwerkingsprojecten.
Maar het belangrijkste argument: de pôle moet in staat zijn zijn R&D projecten naar Europees niveau te tillen.
48 pôles of groepen pôles hebben aan deze voorwaarden voldaan en hun bestaan is tot 2022 verlengd. De acht overige pôles of groepen kregen slechts voor een jaar verlenging maar wel de kans om alsnog aan alle criteria te voldoen.

Sterkere en meer geïntegreerde innovatienetwerken
Een voorbeeld van zo’n tijdelijke verlenging is de pôle Team², gewijd aan recycling en de pôle Fibres-Energivie, die zich richt op bouwmaterialen.
Pôle Team² streeft ernaar om het thema circulaire economie op te pakken met een focus op recycling, waaronder mineralen, strategische metalen, zeldzame aarden maar ook organische materie, composieten en textiel. Om zijn label veilig te stellen, moet de pôle in 2019 zijn business model rond krijgen, zijn budget meer diversifiëren en vooral toenadering zoeken tot een andere speler uit de sector.

De pôle Fibres-Energivie brengt spelers bijeen op het gebied van bouwmaterialen, dat kan zijn uit de chemische industrie, de materialen- of ontwerpsector, de bouwsystemen-industrie, energie-systemen of ook onderhoud in de bouw.
Ook deze pôle moet toenadering zoeken tot een andere speler om kritische massa te bereiken. Dat zou kunnen met bijvoorbeeld een van de pôles Xylofutur, Team² of Avenia, ook aansluiting met de Alliance Smart Energy French Clusters of met het kennisinstituut CEA Tech behoort tot de mogelijkheden.

Fusie van de drie ‘waterpôles’
De drie pôles op het gebied van water hebben het zekere voor het onzekere genomen en besloten in het kader van de evaluatie te fuseren om hun kansen te vergroten. Samen vormen ze nu de “Pôle Eau”. Een goede keuze want hun label werd tot 2022 verlengd. De namen Aqua-Valley, Dream en Hydreos zullen wel blijven bestaan om de sector in de verschillende regio’s te blijven aansturen. De drie pôles zijn complementair: Aqua-Valley richt zich meer op de identificatie van waterbronnen, het beheer en gebruik van water maar ook het hergebruik ervan. Dream gaat vooral over milieumetingen, ingenierie en alternatieve behandelingen van het water en de grond. Hydreos gaat over oplossingen voor duurzame waterinfrastructuur, slim waterbeheer en natte ecosystemen.

Zeven energiepôles
Op het gebied van energie heeft de regering zeven pôles beloond:
Capenergies wil met name de CO2-arme energiesectoren ontwikkelen in de Zuid-Franse regio’s, op Corsica, Guadeloupe, op de Réunion en in Monaco;
Tenerrdis begeleidt sectoren die nieuwe energietechnologieën ontwikkelen ;
S2E2 (Smart Electricity Cluster) wil het energieverbruik zo efficiënt mogelijk maken van productie tot verbruik via smart energy technologieën;
Derbi richt zich op duurzame energie in de gebouwde omgeving en de industrie;
Avenia heeft zijn focus op geowetenschappen en energie in de ondergrond.

Bij dit rijtje horen ook de twee cross-over pôles, de pôle Mer Bretagne Atlantique die zich enerzijds richt op duurzame mariene energie en anderzijds op het ontwerpen van het schip van de toekomst. En voorts de pôle Qualitropic die gespecialiseerd is in de tropische bio-economie in de overzeese departementen.

Vier pôles gewijd aan duurzame mobiliteit
Voor wat mobiliteit betreft heeft de regering vier pôles de compétitivité geselecteerd :
– de pôle Mov’eo telt vijf strategische activiteitenclusters: mobiliteitsoplossingen, slimme voertuigen, energie-opslag, transmissies en energiebeheer;
– de Pôle Véhicule du Futur die zich richt op elektrische voertuigen en mobiliteit
– i-Trans zit meer op de projecten op het gebied van spoor, fret, logistiek en automotive;
– CARA concentreert zich vooral op de ontwikkeling van schone en zuinige motoren en nieuwe oplossingen voor mobiliteitssystemen.

Vier agrarische pôles
Vier pôles zijn actief op agrarisch gebied :
Dit zijn Agri Sud-Ouest Innovation, Industries & Agro-Ressources (IAR) en Alimentation Bien-Etre Naturalité. Twee pôles zijn samengegaan in het kader van de evaluatie, Céréales vallée-nutravita en Vegepolys. Daaruit is de nieuwe Pôle Mondial du Végétal voortgekomen met als topics onder andere agromaterialen en de biotransformatie van plantaardige bronnen.

Tenslotte is ook de pôle de compétitivité AXELERA-chemie en milieu, in de regio Auvergne-Rhône-Alpes tot 2022 verlengd. Deze heeft een strategie rond 5 thema’s : duurzame grondstoffen, de eco-fabriek, materialen en producten voor de industrie, recycling en recyclebaarheid maar ook het behoud van de natuurlijke en stedelijke omgeving.

En de andere pôles?
De overige pôles zijn actief op andere terreinen bijvoorbeeld op het gebied van life sciences and health, vliegtuigbouw of hightech.
Dit zijn de alle 48 pôles die voor vier jaar verlengd werden:
Aerospace Valley, Agri SOI, Alimentation Bien-être Naturalité (ABEN), ALPHA-RLH, ASTech, Axelera, BioValley France, Cap Digital, Capénergies, CARA, CIMES, Cosmetic Valley, DERBI, EMC2, EuraMaterials, Eurobiomed, Finance Innovation, Hippolia, IAR, iD4CAR, Images & Réseaux-TES, i-Trans, LyonBiopôle, Materalia, Medicen, Minalogic, Mov’eo, Nuclear Valley, NSL, Optitec, PEC, Plastipolis, PMBA, PMM, PMV, Pôle Avenia, Pôle de la filière de l’Eau, PVF, Qualitropic, S2E2, SAFE, SCS, SYSTEMATIC, Techtera, Tenerrdis, Valorial, Vitagora en Xylofutur.

En dit zijn de acht pôles voor één jaar verlengd met mogelijkheid tot verlenging met vier jaar:
Atlanpôle Biothérapies, Elastopôle, Microtechniques, NOV@LOG, PICOM, Team², Aquimer en Fibres-Energivie.

Met een groot aantal Franse pôles de compétitivité onderhoudt het economisch cluster van de Nederlandse Ambassade in Parijs alsmede de NBSO’s (Netherlands Business Support Office) van Nantes en Lyon nauwe contacten.

Kansen voor Nederland
De Franse pôles de compétitivité bieden zeker kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven en Nederlandse kennisinstellingen, zoals op het gebied van slimme en groene mobiliteit, life sciences and health, circulaire economie lichtgewicht materialen. Op deze gebieden lopen samenwerkingen tussen Nederland en Frankrijk, waar ook een aantal pôles bij betrokken zijn. Zoals de pôle EMC2 bij Nantes op het gebied van lichte materialen, de pôle Mov’eo in de regio’s Parijs/Rouen op het gebied van mobiliteit en de pôle IAR op het gebied van biobased economy.

Website pôles de compétitivité

Mee weten?
Joannette Polo, Innovatie Attachénetwerk, Nederlandse Ambassade Parijs
joannette.polo@minbuza.nl