‘The bioeconomy speaks French‘, aldus een publicatie in een Europees tijdschrift*. Op 18 januari 2017 was het zover. François Hollande presenteerde de Franse nationale biobased economy strategie. Na Spanje en Italië -en vele andere Europese landen waaronder Nederland- is Frankrijk één van de laatste Europese grote biobased landen die zijn officiële strategie voor de productie en valorisatie van duurzame grondstoffen publiceert.
De Franse biobased economy is groot. Het is Europa’s grootste landbouwnatie, Frankrijk is goed voor 22,9% van de Europese graanproductie, 32,9% van de Europese suikerbietproductie en 24,5% van de kool- en raapzaadproductie. De Franse biobased economy is goed voor 1,7 miljoen banen en meer dan 300 miljard euro omzet per jaar (Bron: Institut Nova en IAR cluster). Frankrijk is het thuisland van een aantal grote biobased kampioenen, zoals Roquette, Arkema en Tereos, en beschikt over een zeer goede R&D infrastructuur.
De Franse biobased economy is nauw verbonden met de valorisatie van de lokaal geproduceerde biomassa in geïntegreerde bioraffinaderijen in de regio’s. Dit in tegenstelling tot Nederland dat een sterke haven georiënteerde biobased economy heeft. De Franse biobased economy berust dan ook op een netwerk van boeren en grote coöperaties. Ook het cluster IAR (Industries et Agro ressources) is zo ontstaan.
De Franse Biobased Economy strategie bevestigt deze aanpak voor de ontwikkeling van een duurzame bio-economie. Het doel is een degelijk kader te bieden aan alle initiatieven in de sector en steun te bieden aan groeiende en duurzame mobilisatie van lokaal geproduceerde biomassa teneinde een zo efficiënt mogelijk gebruik en valorisatie te genereren om aan de food en non-food behoeften te voldoen.
De Franse biobased economy was al één van de meest ontwikkelde en competitieve bio-economieën, het vastleggen van de strategie door de Franse regering zal de positie van Frankrijk als een van de koplanden in de wereld versterken, zo is de verwachting.
What’s next?
Het document presenteert een visie van de Franse biobased economy. De regering kondigde tevens het voornemen aan om de komende tijd een actieplan op te stellen en om een nationale biobased economy raad in te stellen waarin de industrie, NGO’s, onderzoek en onderwijs en zowel lokale als nationale beleidsmakers zitting hebben.
IAR, het Franse biobased cluster, en zijn leden zullen ongetwijfeld een sterke bijdrage leveren aan dat actieplan om de concurrentiekracht van de sector te versterken. In de strategie wordt uiteraard ook de bioraffinerie in Pomacle-Bazancourt gepresenteerd, die vaak als voorbeeld dient op het gebied van industriële biotechnologie.
Europees inkoopbeleid met voorkeur voor biobased moet innovatiegap overbruggen
In een ander interview met hetzelfde tijdschrift, Il Bioeconomista, komt Boris Dumange aan het woord, CEO van het biobased cluster IAR. Hij bespreekt de concurrentiekracht van Europa: acties als een Europese publieke inkoopprocedure met voorkeur voor biobased of tijdelijke belastingvoordelen voor biobased producten zou sterk helpen om een brug te slaan tussen innovatie en de markt en voldoende schaal te creëren om biobased producten competitief te maken met alternatieven die op fossiele brandstoffen gebaseerd zijn.
Dumange meent dat de nieuwe Franse strategie een sleutelrol gaat spelen bij de versterking van de Franse biobased economy. Naast een duidelijk actieplan, en een bijbehorend budget, denkt hij dat de strategie een unieke kans biedt om over biobased te communiceren met burgers, onderzoekers, de landbouwsector en de industrie, zowel lokaal als regionaal en nationaal, over wat de sector genereert aan banen, duurzame groei en voordelen voor de consument. Ook moet de rol van lokale bioraffinaderijen sterk benadrukt worden om rurale en kustgebieden weer leven in te blazen. Tenslotte geeft de strategie aan zich te baseren op zowel een sterke landbouw- en bossector als op de technologische expertise van Frankrijk waardoor het land een globale toppositie inneemt.
Het belang van de landbouwsector is enorm, aldus Dumange. Zonder biomassa geen biobased economy. Landbouw en in het algemeen de primaire productie waaronder ook bosbouw en algen vallen, vormen het hart van een succesvolle biobased economy. Bij IAR is de agro-industrie de basis waarop het hele ecosysteem rust. IAR beslaat twee regio’s, Picardië en Champagne-Ardenne, die goed zijn voor meer dan drie miljoen ha bewerkt land. Frankrijk is nog steeds de grootste producten van suikerbieten, gerst, aardappels, eiwithoudende gewassen, alfalfa en hennep. Het doel van het IAR cluster is om de valorisatie van deze hernieuwbare grondstoffen te maximaliseren voor voeding en voor non-food toepassingen met een focus op vier strategische gebieden: agromaterialen, bio-energie, biobased chemie en ingrediënten.
Projecten
Momenteel loopt een aantal grote en minder grote projecten, maar omdat er vaak industriële investeringen bij betrokken zijn, zijn de meeste vertrouwelijk, aldus Dumange. ‘In het algemeen gesproken zijn we betrokken bij het opzetten van een aantal Franse en EU projecten met een focus op onze vier strategische gebieden. Een deel van onze activiteiten is gewijd aan het ondersteunen van innovatieve start ups om hen te helpen fondsen te vinden om op te schalen. Ook doen we aan business intelligence en we ontwikkelen studies rond bepaalde biobased producten en processen. Het cluster IAR is ook lid van bestuur van het Biobased Industries Consortium en het BioBased Industries Joint Undertaking met een speciale opdracht om het MKB te vertegenwoordigen.
Tenslotte zijn we sterk betrokken bij een aantal demonstratieprojecten zoals het BRI, voor industriële biotechnologie, IMPROVE, voor de valorisatie van plantaardige eiwitten, PIVERT, een op oliehoudende gewassen gebaseerde bioraffinaderij, en FUTUROL, voor geavanceerde biobrandstoffen, waardoor bedrijven kunnen opschalen en hun producten en processen kunnen demonstreren.’
3Bi, IAR (F) en Biobased Delta (NL)
3Bi dat staat voor Brokering Bio-Based innovation is een initiatief van vier belangrijke biobased clusters, te weten IAR in Frankrijk, de Biobased Delta in Nederland, BioVale in de UK en het Bioeconomy Cluster in Duitsland. 3Bi bouwt op de complementariteit tussen deze vier clusters om het Europese en internationale netwerk van de clusters te versterken. De leden van deze clusters hebben zodoende toegang tot een groter netwerk van R&I partners om hun projecten op te zetten.
Sinds het aannemen door de Europese Commissie van de Biobased Strategie in 2012, heeft de EU flinke vooruitgang geboekt op dit gebied, met name via het BioBased Industries Joint Undertaking waar IAR sterk bij betrokken is. Een aantal onderwerpen blijven echter een issue zoals de overgang tussen onderzoek en innovatie naar vermarktbare producten of ook het gebrek aan begrip bij burgers, industrie en beleidsmakers van wat de biobased economy is.
IAR is ervan overtuigd dat een specifiek Europees publiek inkoopbeleid en belastingincentives voor biobased producten sterk zouden kunnen bijdragen aan het oplossen van deze problemen.
Biobased productenstudie op de Franse markt door DGE
In 2015 heeft het DG Bedrijfsleven (Directorat Général des Entreprises, DGE) van het ministerie van Economie een studie uitgevoerd in het kader van het programma ‘Duurzame grondstoffen’ van het herindustrialisatieproject ‘Nouvelle France Industrielle’ naar de beschikbare biobased producten op de Franse markt en de identificatie van de betrokken markten. De studie, in mei 2016 gepubliceerd, is Franstalig.
Bronnen
3. Website Frans Ministerie van Landbouw
4. Website DGE, Ministerie van Economie, DG Bedrijfsleven
5. Studie DGE naar biobased producten beschikbaar op de Franse markt
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.