Nederland en Frankrijk lanceren een programma om de economische samenwerking en onderlinge handel extra over het voetlicht te brengen. Economische banden krijgen een jaar lang bijzondere aandacht door bedrijfslevendialoog, een gezamenlijke handelsmissie, evenementen, studie- en onderzoekbeurzen en voorlichting. De ministers van Economische Zaken, Henk Kamp en Emmanuel Macron, luiden het economisch jaar in op 3 juli 2015 aan de vooravond van de Grand Départ van de Tour de France in Utrecht.
De Nederlandse start van het grootse Franse sportevenement wordt benut als momentum voor de lancering van een Frans-Nederlands economisch programma. Een dag voor de start ontmoeten de Nederlandse en Franse bedrijven en deskundigen elkaar tijdens een CEO-ronde tafel, matchmakingbijeenkomsten en seminars over o.a. sporttechnologie, offshore windenergie en circulaire economie. De twee ministers geven formeel de aftrap en wijden de tweetalige website www.economieFRNL.com in, die informatie over het economisch jaar en over het zakendoen in de twee landen zal verspreiden. Ook minister Lilianne Ploumen voor Buitenlandse Handel zal op 3 juli een deel van het programma bijwonen.
Versterking kennispositie en bevordering van handel
Het programma van het economisch jaar bestaat uit activiteiten in Nederland en Frankrijk met als doel de onderlinge bekendheid, economische samenwerking en handelsverkeer te bevorderen. Zo wordt er door het Nederlandse VNO-NCF en de Franse MEDEF een jaarlijkse bedrijfslevendialoog in het leven geroepen. In het voorjaar van 2016 staat een gezamenlijke handelsmissie op het programma. Ook de Van Gogh-beurzen op onderzoeksgebied en de Descartes-Huygensprijs voor onderzoek en innovatie, zullen in het teken staan van het economisch jaar.
Gedurende het jaar worden talrijke evenementen georganiseerd die het bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen bij elkaar brengen. Zo vindt er op 30 oktober in Amsterdam een Frans-Nederlandse conferentie over groene groei en energietransitie plaats. In het najaar volgen onder meer activiteiten rondom smart cities, biobased economy, intelligente transportsystemen en creatieve industrie.
Twee belangrijke thema’s in het programma zijn duurzaamheid en Europese economie. Het programma van het economisch jaar bouwt namelijk deels voort op het Franse voorzitterschap van de VN klimaatconferentie COP21 in december 2015 en het Nederlands voorzitterschap van de Europese Unie in de eerste helft van 2016.
Nederland en Frankrijk: complementariteit, gedeelde interesse en nabijheid
Economische bedrijvigheid in Frankrijk en Nederland wijst op complementariteit tussen de twee landen. Nederlandse en Franse bedrijven en kennisinstellingen werken veel samen binnen de verschillende kennis- en waardeketens. De twee markten hebben ook veel met elkaar gemeen. Beide landen hebben soortgelijke uitdagingen op het gebied van productie, innovatie en infrastructuur. De relatief beperkte afstand tussen de twee landen maakt dat de logistieke kosten relatief laag zijn.
Een sterke economische basis
Nederland en Frankrijk zijn strategische handels- en investeringspartners. Frankrijk is met 40 miljard euro het vierde exportland voor Nederland. De investeringen in Frankrijk zijn ongeveer 35 miljard euro. De lijst van Nederlandse bedrijven die in Frankrijk goed presteren is lang, met onder andere Philips, Shell, Heineken, Unilever, DSM, Rabobank, ING, TMF, Akzo Nobel, Fokker, TenCate, Damen, Hendrix Genetics, RijkZwaan, ENZA, Koppert Biological Control, Koppert Cress, VanDrie Group, Hema en TomTom.
Omgekeerd bedragen de Franse export en investeringen respectievelijk 17 en 39 miljard euro. Franse bedrijven die het in Nederland goed doen zijn minstens even talrijk. Enkele voorbeelden hiervan zijn onder meer Danone, Bel, Vilmorin, Thales, Alstom, GDF-Suez, Neuflize, Transdev en Thalys. Het bekendste Frans-Nederlandse bedrijf is uiteraard Air France-KLM.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.