
Op 26 maart 2013 vond de tweede editie van Les Objets de la nouvelle France Industrielle plaats. De Franse minister Arnoud Montebourg was de gastheer op het Franse Ministerie van Financiën te Bercy, Parijs. Als minister van industriële vernieuwing is hij belast met het weer op de rails krijgen van de nationale industrie. Het initiatief om maandelijks een aantal Franse uitvinders in de schijnwerpers te zetten, sluit hier goed op aan. Om voor deelname in aanmerking te komen moet een bedrijf aan vier voorwaarden voldoen: het product moet bedacht en gemaakt zijn in Frankrijk, moet deels met publiek geld gefinancierd zijn, innovatief zijn en ten slotte een bijdrage leveren aan het dagelijkse leven van de Fransen. Ruim 700 studenten, ingenieurs, ondernemers, onderzoekers en andere geïnteresseerden kwamen bijeen om te luisteren naar drie korte presentaties.
Het eerste bedrijf van de avond was Kalray dat een nieuwe microprocessor presenteerde. De CEO Joël Monnier toonde de 256-core-processor, die ontwikkeld is in samenwerking met het onderzoeksinstituut Leti van het nationale onderzoeksinstituut CEA (Commissariat à l’énergie atomique et aux énergies alternatives). De processor bevat 2,8 miljard transistoren op een oppervlak van 3 vierkante centimeter en heeft een kloksnelheid van 4 MHz. Hiermee kan de processor 500 miljard operaties per seconde uitvoeren. De toepassingen zijn vooral te vinden in beeldverwerking en –herkenning voor zowel particulieren als de industrie. Monnier heeft als ambitie om in 2017 een omzet van 100 miljoen euro te genereren, tegen ongeveer 1 miljoen euro in 2012. Momenteel is het bedrijf aan het uitbreiden naar de Verenigde Staten en Japan.
De tweede presentatie werd gegeven door het bedrijf Ethera dat een product heeft ontwikkeld waarmee de luchtkwaliteit binnenshuis zowel gemeten als verbeterd kan worden. Samen met wederom het CEA en ook met het CNRS (Centre national de la recherche scientifique), zijn filters ontwikkelt die zeer lage concentraties van verontreiniging in de lucht kunnen detecteren met behulp van nano-poreus materiaal. De kleur van de filter verandert door de hoeveelheid verontreinigde deeltjes die ermee in aanraking komt. Aangezien de meeste mensen 90 procent van hun tijd binnen doorbrengen, en de luchtkwaliteit ook daar vaak te wensen over laat, is dit product geen overbodigheid volgens de CEO Yves Bigay. Het bedrijf hoopt in de toekomst betrokken te worden bij nieuwbouwprojecten, waar het systeem dan standaard ingebouwd is in de gebouwen.
Een drone voor burgerdoeleinden was het onderwerp van de laatste presentatie. Deltech-air is de ontwikkelaar en is opgericht door vier ingenieurs uit verschillende disciplines. De ambitie is om tussen de 25 en 100 van deze drones per jaar te gaan produceren. Op het podium stond het vliegtuigje van minder dan 2 kilo tentoongesteld, en ook werden enkele filmpjes van testvluchten getoond. De drones zijn bedoeld voor industriële observatie (zoals het controleren van lange pijpleidingen boven de grond), milieu-observatie (bijvoorbeeld bij een overstroming) en luchtfotografie voor algemene doeleinden.
De zaal ontving alle presentaties met veel enthousiasme en na afloop sprak de minister zijn dank uit voor deze ondernemende uitvinders. Dit deed hij namens heel Frankrijk, aangezien de Franse economie mede dankzij dit soort initiatieven concurrerend kan blijven. Ook noemde hij de Franse publieke financier Oseo, die dit soort start-ups met investeringen helpt om te groeien. De ondernemers werden letterlijk in de schijnwerpers gezet en allen kregen een gouden medaille. Dit is zeker een aanmoediging voor andere onderzoekers om hun idee naar de markt te brengen in tijden van crisis. Bovendien is het een welkom stukje positieve berichtgeving in een tijd waarin de Franse industrie in zwaar weer verkeert.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.