Bioraffinage Frankrijk door CIMV, DSM, Arkema en Roquette

Joannette Polo-Leemreis, IA Parijs

Frankrijk telt een tiental sites met bioraffinage-opstellingen waarvan de twee meest bekende zijn de bioraffinage-site van Roquette in Lestrem  noord-Frankrijk, de grootste van Europa, en de andere site is die van o.a. ARD en CIMV in Pomacle-Bazancourt bij Reims. Bij die laatste zijn de pôle de compétitivité IAR (Industries Agro-Ressources) en het bedrijf Sofiprotéol nauw betrokken.

De Compagnie Industrielle de Matières Végétales (CIMV) toonde in het kader van het Europese project Biocore samen met DSM de haalbaarheid aan van de productie van tweede generatie bio-ethanol uit tarwestro. Er werd 150 liter tweede generatie bioethanol geproduceerd uit één ton tarwestro.

CIMV werd in 1998 opgericht en concentreert zich op bioraffinage naar het concept van een klassieke olieraffinaderij. Zo heeft CIMV een concept ontwikkeld waarmee het stro scheidt in cellulose, hemicellulose en lignine. Voor de extractie van lignine heeft CIMV een eigen procédé dat is beschermd door zeven internationale octrooien. CIMV kan de drie ingrediënten scheiden zonder ze te beschadigen. Bij de huidige procédés voor bioethanolproductie uit cellulose wordt de lignine onbruikbaar. Dat is jammer, deze lignine kan een waardevolle feedstock voor de biobased chemie vormen.

DSM zet de cellulose om in glucosestroop en maakt er na distillatie ethanol van. De ethanol wordt momenteel geëxploiteerd door Arkema dat er etheen van maakt. De hemicellulose en lignine zijn eveneens potentiële olievervangers voor bioplastics, lijm en voedingsmiddeleningrediënten.

Onlangs maakte CIMV bekend dat Technip voor het bedrijf een fabriek voor dit procédé gaat bouwen in Loisy sur Marne. De biomassa is afkomstig van Cristal Union, Champagne Céréales en verschillende andere graanproducenten uit Champagne-Ardennes die samenwerken binnen de SICLAE. De biomassa komt uit een straal van maximaal vijftig kilometer. De toekomstige fabriek gaat tegelijkertijd meerdere producten maken: groene pulp voor papierproductie, lignine voor industriële lijm en lijmproducten en tenslotte suikerstroop, met name bestaand uit C5 suikers, gebruikt voor diervoeder.