Frankrijk: duurzame energie is kiezen voor de toekomst

Eric van Kooij, TWA Parijs

Op 7 februari presenteerde het Franse ‘syndicat des énergies renouvelables‘ (SER), tijdens een goed bezochte conferentie in Parijs, haar witboek over duurzame energie. Vooruitlopend op de presidentsverkiezingen in april 2012 zijn in het witboek twaalf aanbevelingen opgenomen. De inzet is om het aandeel van duurzame energie in de totale Franse energievoorziening te verhogen van 13% in 2010 naar 25% in 2020. Twee ministers uit het huidige kabinet, Eric Besson van economie en industrie en Nathalie Kosciusko-Morizet van milieu en energie, benadrukten in hun toespraken dat het juist in deze tijd van economische crisis belangrijk is om te blijven investeren in duurzame energie. Werkgelegenheid, energievoorzieningszekerheid en een beter klimaat werden als belangrijkste redenen genoemd.

Inzet voor duurzame energie
Frankrijk behoort in de EU tot de groep landen met de laagste CO2 emissies. Een direct gevolg van het feit dat kernenergie- en waterkrachtcentrales zo’n 86% van de elektriciteitsvoorziening voor hun rekening nemen. Toch is in de afgelopen vijf jaar sterk ingezet op het ontwikkelen en uitrollen van nieuwe duurzame energiebronnen (zie figuur 1). De capaciteit van zonne-energie en windenergie in de elektriciteitsvoorziening en biomassa in de productie van thermische energie is gestaag toegenomen. De investeringen in deze ‘hernieuwbare energie’ zijn in de afgelopen vijf jaar met 33% gestegen. Het aandeel van deze nieuwe duurzame energiebronnen in de totale Franse energievoorziening was 10% in 2006 en beliep 13% in 2010.

Figuur 1: Ontwikkeling van duurzame energie in Frankrijk. Bron: Le Figaro 08/02/12

Het Syndicat des énergies renouvelables (SER) vindt echter dat Frankrijk in de komende jaren nog veel meer aandacht moet besteden aan de ontwikkeling en uitrol van duurzame energie. Het SER is de Franse brancheorganisatie voor duurzame energie die alle duurzame energiesectoren vertegenwoordigt. Het is een ambitieuze organisatie die, met meer dan 500 industriële bedrijfsleden, het nodige politiek gewicht heeft. In het recent verschenen witboek staan de ambities op weg naar 2030 opgetekend.

Innovatie en werkgelegenheid
Volgens het SER moeten overheid en bedrijfsleven de handen ineen slaan om de transitie naar een economie met nog veel meer duurzame energie mogelijk te maken. Het zou de dynamiek in het Franse bedrijfsleven aanwakkeren, innovatie stimuleren, arbeidsplaatsen creëren en zelfs de export bevorderen. Extra inzet is nodig op zonne-energie, windparken ter land en op zee, de ontwikkeling en invoering van biobrandstoffen, het uitrollen van smart grids en het bouwen van nieuwe waterkrachtsystemen. Ook is er in het witboek aandacht voor herziening van het  tarievenstelsel en het geven van fiscale voordelen als stimulering van vraag naar en aanbod van duurzame energie.

Als de aanbevelingen van het SER worden opgevolgd dan zou dat 125.000 extra banen kunnen opleveren in de duurzame energie sector tussen nu en 2020. Meer dan een verdubbeling dus van het huidige aantal arbeidsplaatsen, want op dit moment is de sector goed voor in totaal zo’n 100.000 banen. Een en ander is alleen mogelijk als er meer windparken op zee komen en tegelijkertijd een versoepeling van de huidige regelgeving voor windmolens op land. In 2011 is 875 MW aan windenergie op land geïnstalleerd, hetgeen 30% minder is dan de doelstelling voor dat jaar. In april 2012 wordt bekend gemaakt welke consortia de vijf windparken op zee – in het Kanaal en de Atlantische Oceaan – mogen gaan bouwen; goed voor 3 GW van de in totaal geplande 6 GW. De overheid moet tevens het doel voor 2020 van 5,4 GW aan geïnstalleerd zon PV naar 20 GW bijstellen en het tarievensysteem herzien.

Opbrengsten en kosten
In tegenstelling tot de veronderstelling van veel Fransen zou duurzame energie voor Frankrijk een commercieel aantrekkelijk handelsproduct kunnen worden, zo berekent het SER. In 2020 zou de sector zo’n € 3,4 miljard in het laatje kunnen brengen. Om dat mogelijk te maken, is een verdere ontwikkeling van nieuwe technologieën op het gebied van duurzame energie noodzakelijk. De kosten daarvan lopen voor het grootste deel wel via de energierekening die de Fransen krijgen voorgeschoteld en de belastingvoordelen die de overheid geeft voor het gebruik van groene stroom. Volgens de SER loopt de energierekening langzaam maar zeker op. In 2016 is deze naar verwachting 30% hoger dan nu het geval is.

In totaal is er vanaf 2020 jaarlijks zo’n € 7 miljard nodig om de Franse sector voor groene energie draaiende te houden. In aanvulling op het geld dat via de energierekeningen van de gebruikers binnenkomt, zou de overheid ook een bijdrage kunnen leveren als ondersteuning van een doelgericht aanbod en een stimulering van de vraag. Gebruikers moeten kunnen profiteren van de dalende kosten van duurzame energie, aanbieders moeten kunnen rekenen op een stabiel en betrouwbaar fiscaal regime, de regelgeving met betrekking tot duurzame energie moet transparant en eenvoudig zijn en investeringen in innovatie moeten worden ondersteund.

Roadmap 2020 – 2030
In haar witboek publiceert de SER een projectie voor duurzame energie in 2030. Het streven zou moeten zijn om dan een aandeel van 34% duurzame energie in de totale Franse energievoorziening te hebben. Om dit te realiseren, zo becijfert het SER, is aan geïnstalleerd vermogen voor elektriciteitsvoorziening nodig: 40 GW zon PV, 55 GW wind, 3,5 GW biomassa en 28,7 GW waterkracht. Aanvullend is voor de thermische energieproductie in totaal 24,7 Mtep nodig op basis van biomassa- en afvalverbrandingscentrales, warmtepompen, geothermie en thermische zonne-energie. Voorts zouden biobrandstoffen evenals in 2020 zo’n 4 Mtep van de totale 53,4 Mtep aan duurzame energie voor hun rekening nemen. Om de doelstellingen te behalen is het tot slot essentieel om de integratie van duurzame energie in het elektriciteitsnetwerk te waarborgen, de inspanningen op het gebied van innovatie te intensiveren onder meer om een goed werkend energieopslagsysteem te ontwikkelen en de aansluiting van het Franse elektriciteitsnetwerk op dat van buurlanden te verbeteren.

Figuur 2. Roadmap voor de ontwikkeling van duurzame energie in Frankrijk. Bron: SER, Le Livre blanc des énergies renouvelables

In figuur 2 zijn de belangrijkste streefwaarden voor de SER roadmap ‘duurzame energie’ op weg naar 2020 en 2030 weergegeven.  Voor de 55 GW windkracht in 2030 (“éolien”) gaat men uit van 15 GW offshore en 40 GW op land. Voor de 40 GW zon PV-energie gaat men uit van 8 GW aan geïnstalleerd vermogen bij huishoudens. De verdere ontwikkeling en uitrol van betrouwbare smart grids bepalen het succes van zo’n gedecentraliseerd systeem van energieopwekking.

Tot besluit
Het SER presenteert haar witboek over de toekomst van duurzame energie als een aanzet tot een nieuw industriebeleid met een lange termijn visie. Kennis- en waardeketens op dit gebied zullen ontstaan als gevolg van samenwerking tussen overheid, ondernemers en onderzoekers. Een doelgerichte bevordering van het aanbod en een gecontroleerde ondersteuning van de vraag zijn de twee pijlers van dit nieuwe industriebeleid.

Bronnen
Énergies renouvelables – énergies de notre siècle, 13ème Colloque Annuel du Syndicat des énergies renouvelables, 7 februari 2012. – Le Livre blanc des énergies renouvelables – des choix qui fondent notre avenir, Syndicat des énergies renouvelables (SER), februari 2012. – Mobilisation générale pour les énergies vertes, Le Figaro, 8 februari 2012. – Les énergies vertes pourraient créer 125.000 emplois en France, Les Echos, 19 januari 2012. – Energies renouvelables : un marché en forte croissance malgré la crise, L’Usine Nouvelle, 19 januari 2012.